Brussel is de laatste jaren uitgegroeid tot een centraal knooppunt voor misdaadbendes. “Dat de criminele netwerken er tot nu toe in geslaagd waren grotendeels onopvallend te blijven, is deels te wijten aan de versnippering tussen het Brussels Gewest, de gemeente en de zes politiezones. Dat speelt in het voordeel van criminele bendes”, aldus Mathias Vanden Borre. “Dit wordt ook bevestigd door experten en politiediensten. Brussel is onder de radar uitgegroeid tot een internationale hub voor georganiseerde misdaad.”
Georganiseerde misdaad overal geïnfiltreerd
Brusselse beleidsmakers minimaliseren steevast het bestaan van stads- en drugsbendes in Brussel. Het is een ‘perceptieprobleem’ of de fout van Antwerpen. Ondertussen worden mensen geliquideerd op de Brusselse stoepen en heeft de georganiseerde misdaad zich ongehinderd diep in het maatschappelijke weefsel genesteld.
Vervoort leeft in parallelle wereld
Ook minister-president Vervoort blijft laconiek reageren op de problemen. Voor de zomervakantie zei hij nog dat de gewelddadige criminaliteit over het algemeen afneemt en er geen objectieve aanwijzingen zijn voor een toename van georganiseerde bendes op het Brusselse grondgebied.' Wat een nonsens. Die man leeft precies in een parallelle wereld waarin hij wél beleidsdaden stelt. Ik zie er alvast geen.” Ondertussen ‘investeert’ het Gewest wel in spuitruimtes en een drugcentrum, met geld dat bedoeld is voor veiligheid.
Dringend actie
Voor de N-VA moet Brussel meer inzetten op permanente politieaanwezigheid in de probleemwijken en bestuurlijke handhaving, waarbij de lokale overheden meer armslag krijgen om criminaliteit te bestrijden. Georganiseerde criminaliteit is vaak verankerd op lokaal niveau: drugsproductie en –drugshandel, mensenhandel, witwassen van criminele gelden in vastgoed- en horeca-activiteiten. “Het is aan de bestuurlijke overheden om te vermijden dat criminele organisaties voet aan wal krijgen, bijvoorbeeld via een integriteitsonderzoek. Helaas staat Brussel op dat vlak nergens. Ik roep de minister-president nogmaals op dringend de gewestelijke veiligheidsraad samen te roepen en een actieplan op te stellen. Ik heb hier alvast meerdere vragen over ingediend in het parlement, maar door de werkachterstand geraken deze al maanden niet meer op de agenda. Nog zo’n signaal dat de politieke verantwoordelijken deze feiten onvoldoende ernstig nemen”, besluit Vanden Borre.