“Momenteel is er een zeer onvolledig beeld over de energieprestaties van sociale woningen, want slechts 14.000 of 40% van de woningen heeft een energieprestatiecertificaat (EPC). De regelgeving is ondertussen meer dan 10 jaar oud, maar toch hebben de huisvestingsmaatchappijen veel te weinig energieprestatiecertificaten laten opmaken. Een vraag is of de gemiddelde score misschien nóg slechter is, omdat een certificaat veelal wordt opgemaakt bij aankoop of oplevering van woningen. Uit de cijfers die we wel hebben, blijkt dat de Brusselse besturen reeds decennia nalaten om te investeren in sociale woningen. In heel het gewest behalen amper 11(!) sociale woningen de beste A-score. Het overgrote deel van de 14.500 sociale woningen bevindt zich in de slecht scorende categorieën. Groen-Rode Brusselse regeringen hebben dus jarenlang nagelaten om de klimaatimpact van de sociale huisvestingssector te verbeteren,” aldus Vanden Borre.

De sociale sector moet op die manier onderdoen voor de private woningen in Brussel, waarvan ongeveer de helft een energiecertificaat kan voorleggen. Ter vergelijking: in Vlaanderen beschikt ongeveer 80% van de sociale woningen over een energieprestatiecertificaat. “De overheid faalt andermaal in Brussel om haar eigen verantwoordelijkheid op te nemen. Uit het antwoord van de staatssecretaris blijkt voorts ook dat alternatieve verwarmingssystemen amper worden gebruikt: van de 36.000 woningen beschikken een luttele 85 woningen over een zonneboiler en slechts 28 woningen over een warmtepomp. Ongeveer 9% sociale woningen heeft zonnepanelen, wat uiteraard veel te weinig is. Van verwarming via een warmtenet, nochtans zeer geschikt voor een stedelijke context met veel woningen op een kleine oppervlakte, is zelfs helemaal geen sprake. Brussel loopt hopeloos achter,” stelt Vanden Borre.

Het openbare huisvestingsbeleid speelt nochtans een belangrijke rol in de klimaattransitie. Des te meer frustrerend dat de broodnodige renovaties zo traag verlopen. “De oorzaak hiervoor is heel duidelijk: het beleid loopt vast in de versnipperde administratie met onder andere 19 gemeenten, 16 openbare huisvestingsmaatschappijen en 24 sociale verhuurkantoren die elk hun eigen woningbestand beheren en hun eigen procedures hebben. Momenteel ontwikkelt elke huisvestingsmaatschappij apart diens renovatieactiviteiten, wat de kosten aanzienlijk verhoogt (door een tekort aan gekwalificeerd personeel, opleiding, enz.). Deze vaststelling werd recent ook bevestigd in een spending review door universitaire onderzoekers. De aanbevelingen werden door de bevoegde staatssecretaris evenwel verticaal geklasseerd omdat de resultaten haar niet bevallen. Brussel blijf aanmodderen,” besluit Vanden Borre.

Het antwoord: http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?lang=nl&moncode=158062&b...