De cijfers in het jaarverslag tonen ook aan dat het steeds verder bergafwaarts gaat met het respect voor de wetgeving, maar er wordt op geen enkele manier ingegrepen. “De vicegouverneur kan de benoemingsbeslissingen wel schorsen, maar finaal zouden de toezichthoudende overheden deze beslissingen moeten vernietigen. Dat gebeurt al jaren niet, met stille goedkeuring van Vooruit, Groen en Open Vld. De Vlaamse politici in de Brusselse regering kijken liever weg als het over het belang van Nederlandstalige dienstverlening gaat”, zegt Brussels Parlementslid Mathias Vanden Borre.
Gebrek aan politieke wil en moed
“Zonder sancties zullen de lokale besturen in Brussel op geen enkele manier tot een verbetering van de dramatische cijfers komen. Het gaat duidelijk niet over een gebrek aan geschikt personeel, maar een totaal gebrek aan politieke wil en moed. De Vlaamse instellingen in Brussel tonen elke dag aan dat het perfect mogelijk is om tweetalig personeel aan te werven en we leveren als Vlaanderen ook tweetalige leerlingen af. Het UZ Brussel is een toonbeeld hoe men dit ook in de zorg kan uitrollen”, klinkt het bij Vanden Borre.
Taaltesten
Karl Vanlouwe ondersteunt de oproep van de vicegouverneur om het gebruik van certificerende taaltesten ingang te doen vinden als aanbod voor alle Brusselaars, zeker in het Franstalig onderwijs. “Enkel door inspanningen te doen en actief taaltesten aan te bieden, kunnen we er ook voor zorgen dat Brusselaars het belang van het Nederlands inzien en inspanningen kunnen doen om de taalkennis te verbeteren, die zo belangrijk is op de arbeidsmarkt in Brussel en de rest van het land.”
Tweederangsburgers
Hij besluit: “Al 30 jaar worden de taalwetten in Brussel stelstelmatig genegeerd en is een volledige Nederlandstalige dienstverlening in een Brusselse gemeenten vandaag bijna ondenkbaar. De Nederlandstaligen zijn tweederangsburgers geworden in hun eigen hoofdstad.”