“Het niet beschikken over een basiskennis van het Nederlands of Frans veroorzaakt veel problemen op het vlak van leefbaarheid en veiligheid in de sociale wooncomplexen, problemen die te wijten zijn aan de gebrekkige communicatie tussen de sociale huurders en de verhuurder en tussen de sociale huurders onderling. In sociale wooncomplexen wonen immers vaak mensen met een zeer uiteenlopende afkomst samen, waardoor het risico groot is dat sociale huurders niet over een gemeenschappelijke taal beschikken waarin zij met elkaar over elementaire zaken kunnen communiceren. In een dergelijke context dreigen sommige huurders dan ook sociaal geïsoleerd te geraken en het bevordert evenmin de integratie en de zoektocht naar een job.” zegt Brussels parlementslid Mathias Vanden Borre.

De sociale wooncomplexen in Brussel, zoals de Peterboswijk in Anderlecht, hebben vaak geen goede naam. Het is dan ook cruciaal voor de leefbaarheid en veiligheid van sociale wooncomplexen, maar ook voor de buurtbewoners, dat de sociale huurder zijn/haar rechten en plichten als huurder en als Brusselaar goed begrijpt. “Een gemeenschappelijke taal vormt de basis van een samenleving, en het belang van de beheersing van die taal (of talen) om communicatie mogelijk te maken, is daarbij onontbeerlijk.” aldus Vanden Borre. “Het is dan ook bijzonder jammer dat mijn voorstel van ordonnantie deze namiddag werd weggestemd door de meerderheid in de commissie. Blijkbaar hecht deze meerderheid geen belang aan de inburgering en emancipatie van nieuwkomers. De zogezegde voorstanders van ‘inclusie’ zorgen in realiteit voor barrières die een gedeelde samenleving onmogelijk maken”, besluit Vanden Borre.