Met gedifferentieerde opcentiemen kunnen gemeenten gericht initiatieven nemen om bijvoorbeeld bepaalde buurten te opwaarderen, mensen aanmoedigen om in de stadskern te komen wonen of startende ondernemers te ondersteunen. “Het is met andere woorden niet de bedoeling om op basis van socio-economische parameters te differentiëren. Maar dat hebben de Brusselse gemeenten wel voor ogen”, stipt Vanden Borre aan. “Dat is geen goed idee. En dat vindt Brussel Fiscaliteit ook.”
Botsen met eigen voornemens
Brussel Fiscaliteit vreest ook dat de gemeenten de differentiatiemogelijkheid zullen aanwenden als antwoord op de steeds moeilijkere financiële situatie waarin ze verkeren. Andere objectieven vond de overheidsdienst niet meteen terug. Brussel Fiscaliteit vraagt zich trouwens af hoe die verhoging van de gemeentelijke ontvangsten te rijmen valt met de doelstellingen van de Brusselse regering, namelijk het ondernemingsklimaat te stimuleren door de gewestelijke en gemeentelijke bedrijfsbelastingen te harmoniseren en indien mogelijk te verlagen.
Belastingverhogingen in 11 van 19 gemeenten
“11 van de 19 gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben dit jaar hun belastingen verhoogd of plannen dit volgend jaar te doen. Evere, Jette en Sint-Lambrechts-Woluwe hebben dit jaar al de opcentiemen voor de onroerende voorheffing verhoogd. Andere gemeenten zoals Anderlecht, Vorst, Ganshoren, Elsene, Molenbeek, Sint-Gillis, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde zijn van plan dezelfde beslissing te nemen volgend jaar. Molenbeek plant ook een verhoging van de opcentiemen voor de personenbelasting in 2023. Stad Brussel verhoogde onlangs de kantoorbelasting met 75 procent! Dat doen ze om hun tekorten op te vullen”, waarschuwt Vanden Borre.
Stedelijke exodus
“Ik ben voorstander van de mogelijkheid om opcentiemen op de onroerende voorheffing in te voeren, maar dan wel het Vlaams model, die eerder gezien moet worden vanuit een politiek van ruimtelijke ordening en van stedelijke ontwikkeling dan vanuit een gezinspolitiek of een inkomenspolitiek van de stad”, verduidelijk Vanden Borre. “Toch heb ik schrik dat de Brusselse middenklasse en ondernemingen het slachtoffer zullen worden en hogere opcentiemen zullen moeten betalen om de bodemloze gemeentelijke putten te vullen. De stedelijke exodus zal daardoor helaas maar toenemen”, besluit Vanden Borre.