Sinds oktober verblijven asielzoekers in een tentenkamp op de brug over het kanaal aan de Koolmijnenkaai, ter hoogte van het Klein Kasteeltje. Het tentenkamp wordt groter en groter. “Het onveiligheidsgevoel neemt dag na dag toe. Er zijn vechtpartijen, geluidsoverlast, … . Ook op vlak van brandveiligheid vormen de vaak geïmproviseerde hutjes een gevaar. Maar ook inzake volksgezondheid. De situatie dreigt uit te groeien tot een tweede Paleizenstraat”, waarschuwt Vanden Borre.
Opvallend is dat de tentjes geïnstalleerd zijn langs één kant van de brug, namelijk op het grondgebied van Molenbeek, net niet op het grondgebied van Stad Brussel. De brug behoort dus tot twee verschillende gemeentelijke grondgebieden, en ook nog eens twee verschillende politiezones. “Een surrealistische situatie, typisch voor Brussel. De Brusselse burgemeester Philippe Close (PS) wil geen tentenkampen in zijn stad, terwijl zijn collega én partijgenote in Molenbeek, burgemeester Catherine Moureaux, tentenkampen tolereert op haar grondgebied”, betreurt Vanden Borre.
Dergelijke situaties kunnen vermeden worden moest er een gewestelijk verbod op tentenkomen in Brussel zijn. “Brussel is onder PS-beleid uitgegroeid tot een favoriete bestemming voor mensensmokkelaars en transmigranten. Een verbod op tentenkampen kan een eerste stap zijn in de ontradingscampagne voor migranten die op illegale wijze België proberen binnen te komen. Minister-president Vervoort heeft de instrumenten om zo’n verbod uit te vaardigen. Hij mag geen tijd verspillen indien hij een tweede Paleizenstraat wil vermijden”, besluit Vanden Borre.